De pas van Jan, de mankepoot en de lange pas in ster, kring of rij. Dat kenmerkt deze choreografie van het Hoetsoelvolk, een bergvolk in de Karpaten, het grensgebied tussen Oekraïne en Roemenië. De Hoetsoelgemeenschap leeft van oudsher van landbouw, maar ook van het fokken van vee. Zij delen zowel traditionele dansen als melodieën met de Oekraïners en Roemenen, maar de Hoetsoelen hebben ook hun eigen repertoire. Eén van de bekendste dansen uit het repertoire is de Kolomyika. Typerend voor de dans zijn de vele vormen die de dans kan aannemen: in kringen, rijen of sterren, mét daarin dus de pas van Jan of de mankepoot.